Voor het aanvragen van een vergunning voor nieuwbouw, zowel woning- als utiliteitsbouw, geldt vanaf 1 januari 2020 dat het gebouw moet doen aan de eisen van BENG.
In hoeverre het gebouw BENG is, wordt bepaald aan de hand van drie indicatoren. Deze zijn:
- BENG 1. Energiebehoefte:
Deze indicator gaat over het beperken van de energievraag van het gebouw zelf. Hoeveel energie heeft het gebouw nodig voor de verwarming en koeling uitgedrukt in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar. Voor utiliteitsgebouwen telt ook de energiebehoefte voor verlichting mee.
- BENG 2. Primair energiegebruik:
Deze indicator gaat over de hoeveelheid fossiele brandstof die nodig is voor verwarming, koeling, warm water en installaties uitgedrukt in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar. Voor utiliteitsgebouwen telt ook het primair energiegebruik voor verlichting en (indien aanwezig) voor bevochtiging mee. Voor woningen en utiliteitsgebouwen geldt dat, als er PV-panelen of andere hernieuwbare energiebronnen aanwezig zijn, de opgewekte energie van het primair energiegebruik wordt afgetrokken.
Het verschil tussen BENG 1 en BENG 2 is: bij BENG 2 worden systeemverliezen (bijv. leidingverliezen bij verwarming), hulpenergie (bijv. pompen) en het rendement van de opmerkers (bijv. de Cv-ketel) meegenomen, dit is bij BENG 1 niet het geval.
- BENG 3. Aandeel hernieuwbare energie:
Deze indicator gaat over het percentage (in procenten) hernieuwbare energie van het totale energiegebruik.
Voor de verschillende gebouwfuncties hebben andere vastgestelde niveau eisen voor BENG, deze eisen staan in onderstaande tabel weergegeven:
Gebouwfunctie | Energiebehoefte kWh/m2.jr | Primair energiegebruik kWh/m2.jr | Aandeel hernieuwbare energie in % |
Woningen en woongebouwen | 25 | 25 | 50 % |
Utiliteitsgebouwen | 50 | 25 | 50 % |
Onderwijsgebouwen | 50 | 60 | 50 % |
Gezondheidszorggebouwen | 65 | 120 | 50 % |
De eisen voor BENG zijn nog niet definitief. Er wordt momenteel getest of de eisen financieel haalbaar zijn.