Additional Pages
Custom Links
Connect With Us
 

SFDR

Beleid duurzaam investeren en SFDR

Het FSFE heeft, in samenhang met de Europese regelgeving omtrent de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), een duurzaamheidsbeleid opgesteld om investeringen verder te onderbouwen en te verantwoorden. Dat doen we door financieringsvoorstellen te toetsen aan onze financieringsprincipes: het ESG-Framework en de CO2-impactmeting. Ook onderzoeken we de bijdrage aan de Sustainable Development Goals, beargumenteren dit en leggen het vast.

Volgens de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) kwalificeert het FSFE als een artikel 9 (sub 3: donkergroen) fonds. Het fonds draagt bij aan de duurzame energietransitie en heeft een overkoepelend streefgetal op de beperking van CO2-uitstoot.

 

Wat is de SFDR?

De Europese Unie (EU) heeft de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) ingevoerd om meer inzicht te geven over de duurzaamheid van  beleggingsfondsen. Dit komt voort uit het Sustainable Finance Action Plan (SFAP) van de EU, waarmee duurzame beleggingen en investeringen worden gestimuleerd om de klimaatdoelen van het Akkoord van Parijs en de Europese Green Deal mede te realiseren. De regelgeving treedt in 2 levels in werking.

 

FSFE voldoet aan level 1 van de wetgeving. FSFE geeft op de volgende wijze invulling aan de SFDR richtlijnen:

FSFE financiert uitsluitend initiatieven en projecten die een bijdrage leveren aan de energietransitie, CO2-besparing en de overgang naar een circulaire economie.

 

Duurzaam investeren is verankerd in de dagelijkse activiteiten van FSFE. Naast een goed rendement streeft FSFE naar het realiseren van impact waarbij de focus ligt op de doelen 7, 11, 12 , 13 van de door de Verenigde Naties opgestelde Sustainable Development Goals (SDG’s). Voor alle initiatieven en projecten geldt dat een aantoonbare CO₂-uitstoot reductie een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor een financiering. Om de duurzaamheidsdoelen te realiseren dienen de duurzaamheidsrisico’s adequaat in kaart te worden gebracht. Dit is onderdeel van de due diligence en de monitoring van voortgang van de initiatieven en projecten. Daarnaast wordt onderzocht of de initiatieven en projecten geen ecologisch of sociaal negatieve effecten hebben (‘do no significant harm-principle’, DNSH).

 

In de due diligence fase wordt een inschatting gemaakt hoeveel CO₂-uitstoot een project zal reduceren. Dit wordt opgenomen in het investeringsvoorstel. Jaarlijks wordt de geschatte impact van de initiatieven en projecten gerapporteerd. De reductie van de CO₂-uitstoot wordt bepaald door de emissies van het project te vergelijken met de emissies van het conventionele alternatief. Afhankelijk van de publieke beschikbaarheid van referentiedata en de complexiteit van de technologie wordt de CO₂-uitstoot reductie intern of door derden berekend.

 

Minimum financieringseisen

Het FSFE heeft 11 Minimum Financieringseisen opgesteld waaraan een investering vanuit een Fonds dient te voldoen. Deze eisen zijn gebaseerd op The Ten Principles of the UN Global Compact.

 

Ecologisch

  1. Het project of initiatief dient een bijdrage te leveren aan één van de milieudoelen zoals genoemd in de EU Taxonomie
  2. Het project of initiatief dient een bijdrage te leveren aan de transitie naar een koolstofarme of circulaire economie
  3. Het project of initiatief moet ervoor zorgen dat als gevolg van haar eigen productieproces geen chemicaliën in het milieu komen
  4. Het project of initiatief moet ervoor zorgen dat het productieproces geen significante negatieve impact heeft op het milieu

 

Sociaal

  1. Het project of initiatief moet ervoor zorgen dat ze niet medeplichtig is aan het schenden van mensenrechten
  2. Het project of initiatief moet ervoor zorgen dat ze niet medeplichtig is aan kinderarbeid
  3. Het project of initiatief moet ervoor zorgen dat ze niet medeplichtig is aan discriminatie
  4. Het project of initiatief moet zorgen voor een veilige werkomgeving voor zijn medewerkers
  5. Het project of initiatief moet alle praktisch haalbare maatregelen nemen om overlast voor de omgeving te voorkomen

 

Governance

  1. Het project of initiatief moet zich niet inlaten met corruptie van welke vorm dan ook
  2. Het project of initiatief mag niet conflicteren met bestaande Nederlandse of (indien van toepassing) internationale wet- en regelgeving (incl. sanctie wetgeving)